Onderstaande tekst is een vrije vertaling uit het boek La France à tire-d'aile (2005) geschreven door Philippe J. Dubois & Elise Rousseau, uitgegeven door Delachaux & Niestlé, en hieronder weergegeven met de toestemming van de uitgever en de auteurs.

De telpost

De zeetrektelpost bij de vuurtoren van Gatteville ligt op 20 kilometer van Cherbourg, op de noordwestpunt van het schiereiland van de Cotentin in het departement Manche. De najaarstrek wordt hier beter opgevolgd dan de voorjaarstrek. De telpost kijkt uit op het oosten en is dan ook minder geschikt tijdens de voorjaarstrek, die opvallender is langs de zuidkust van Engeland.

In het najaar komen zeevogels zeer waarschijnlijk uit twee richtingen. Enerzijds is er de klassieke stroom van zeevogels die vanuit de Noordzee komen en via het Kanaal naar de Atlantische Oceaan doorsteken. Een tweede stroom hangt dan weer af van lagedrukgebieden over de Atlantische Oceaan en betreft vogels uit dit gebied en het westelijke deel van het Kanaal. Bij sterke zuiden- en zuidwestenwinden zoeken zeevogels beschutting in het oostelijke deel van het Kanaal. Wanneer de weersomstandigheden het toelaten, trekken de vogels terug naar de Atlantische Oceaan via de oostkant van de Cotentin, hierbij geholpen door noordwestenwind. Gatteville is bijzonder geschikt om de terugkeer naar de Oceaan waar te nemen.

De vogels

Het is moeilijk achterhaalbaar tot welke stroom de trekvogels behoren. De aantallen pijlstormvogels en Grote Jagers zijn hoger dan in de Noordzee, wat eerder op een Atlantische herkomst wijst. Dit geldt waarschijnlijk ook voor soorten met “Atlantische trekjes” zoals de Vorkstaartmeeuw. Sterns en kleinere jagers worden dan weer in lagere aantallen dan in de Noordzee gezien. Zij behoren wellicht tot de klassieke noord-zuid trekkers, die in de Cotentin over een wijder front trekken dan in het nauw van Calais en omgeving.

De zeevogelsoorten zijn goed vergelijkbaar met deze die in het oostelijke deel van het Kanaal en in de Noordzee. Op bepaalde herfst- en zelfs winterdagen vliegen tal van Jan-van-genten langs, Drieteenmeeuwn, Dwergmeeuwen en alkachtigen (Zeekoeten en Alken). Bijzondere soorten als de Kleine Pijlstormvogel werden hier al waargenomen. Kleinste Jagers komen regelmatig voor. Voor eenden, daarentegen, is de telpost minder geschikt.

Vanaf de kustpaden leveren de bosjes en de omliggende veldjes een goede verscheidenheid aan zangvogels op.  Vanaf de laatste dagen van augustus verschijnen Gekraagde Roodstaarten, Grauwe en Bonte Vliegenvangers. Loofzangers en goudhaantjes worden vooral in september gezien. Draaihalzen worden jaarlijks opgemerkt. Schaarsere soorten, zoals Grote Pieper, Kleine Vliegenvanger en Bladkoning (maar ook Pallas’ Boszanger) duiken hier ook op. 

Weersomstandigheden

Het succes van de najaarstrektellingen hangt af van de windrichting. Het is algemeen geweten dat dit een bepalende factor is voor de meeste zeetrektelposten. Gatteville is hier geen uitzondering op. De windrichting beperkt hier zelfs aanzienlijk het aantal teldagen met gunstige omstandigheden. Goede teldagen kondigen zich doorgaans aan met een sterke zuiden- en zuidwestenwind, gecombineerd met een lage drukgebied boven de Atlantische Oceaan dat niet al te dichtbij ligt. De komende dagen draait de  wind naar het westen en dan naar het noordwesten. Het ideale moment is dan de korte periode met noordwestenwind. Westenwind is niet geschikt voor de telpost. Ook de dagen daarna kan het interessant blijven op voorwaarde dat de wind verder naar het noorden draait. De afstand tussen de Franse en Britse kust bedraagt hier ongeveer 130 km. Dat verklaart waarom westenwind niet interessant is : ook dan blijven de vogels een behoorlijk eind van de Normandische kust verwijderd. 

Bezoekers

Er is geen permanentie op de telpost. Zeetrektellers ontmoeten elkaar wanneer de weersomstandigheden gunstig zijn.

Bereikbaarheid

De vuurtoren is met de auto bereikbaar via het dorpsplein van Gatteville. Er is parkeerplaats nabij. De telpost is ook toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit. Er wordt aan de oostkant van de vuurtoren geteld. Vogelaars kunnen daar schuilen bij westen- of noordwestenwind. De zeevogels worden doorgaans in oostelijke richting opgemerkt. De waarnemingsomstandigheden zijn vaak uitstekend. De vogels passeren nabij en vliegen zelfs vaak over de dijk van de vuurtoren. Het is mogelijk om de vuurtoren te bezoeken (365 treden). Hoewel je hier een fraai uitzicht over de omgeving hebt, is de vuurtoren zelf niet geschikt voor zeetrek.

Waar kun je eten en logeren ?

Er is geen logeergelegenheid ter plaatse maar er zijn enkele mogelijkheden in de buurt, meer bepaald in Barfleur en zuidelijker in Saint-Vaast-la-Hougue. Laatstgenoemde locatie is bijzonder aantrekkelijk voor overwinterende vogels.