fr
de
it
en
es
nl
 Bezoeker Anoniem 
Homepage
Databank
 - 
Voorstelling databank
 - 
Overeenkomst
  Waarnemingen
    - 
Jaaroverzicht
  Galerijen
    - 
Alle foto's
  Gebruiksstatistieken
Telposten
Bronnen en links
Mission Migration
Onze partners
Cap de la Hague - Auderville, Manche (50)
Telpost
Grafieken
Nieuws
Jaarrapporten
Voorstelling van de telposten

Toon:
https://cdnfiles2.biolovision.net/www.migraction.net/pdffiles/news/small/DSCN0207-6551.JPG
https://cdnfiles2.biolovision.net/www.migraction.net/pdffiles/news/small/DSCN0209-6621.JPG
Alle foto's

Natuurlijke omgeving van de telpost

De zeetrektelpost Cap de la Hague ligt in de gemeente Auderville bij de punt van het schiereiland van  La Hague, in het uiterste noordwesten van de Cotentin. De omgeving wordt gekenmerkt door een desolate rotskust en fraaie heidelandschappen. Je zult je verbazen over de oneindige stenen muurtjes om paden en velden af te bakenen. Deze prachtige streek in het « hol van Pluto » kreeg niet voor niets de bijnaam “Klein Ierland” !  De telpost bevindt zich tussen het haventje van Goury en de semafoor van de Cap de La Hague, rechtover het eiland Alderney, op 12 km van dit noordelijkste Kanaaleiland dat behoort tot de Britse Kroon, gescheiden van het continent door de  Raz Blanchard, een van de gevaarlijkste zeestromingen van Europa. Ten oosten ligt een lage rotskust met rolkeien en ten westen van Goury werpen hoge granietkliffen zich in zee.  Hier vindt men de spectaculairste landschappen van La Hague met de Baie d’Ecalgrain en de Nez de Jobourg. Nog zuidelijker loopt de hoge rotskust af naar het duinmeer van Vauville, een natuurreservaat, en de duinen van Biville, die samen unieke overgangen in het landschap vormen.

De broedvogels van de rotskust en de eilandjes van La Hague typeren de Armoricaanse kust met Kuifaalscholver, Scholekster,  Grote Mantelmeeuw en Zilvermeeuw. Noordse Stormvogel komt hier niet meer tot broeden maar behoort nog tot de regelmatige verschijningen. Tijdens de broedtijd komen langs de rotsen ook volgende soorten voor : Raaf, Slechtvalk en Rotspieper. Typische soorten voor de hei met  Gaspeldoorn zijn dan weer Provençaalse Grasmus, Grasmus, Roodborsttapuit en Kneu. "La mare de Vauville", een zoetwatermeertje dat enkel van de zee gescheiden is door een nauwe duinengordel heeft met zijn zandstrand met keien en vochtige duinpannen een bijzondere avifauna. Broedvogels zijn ondermeer Tafeleend, Kuifeend, Kleine Karekiet, Rietzanger, Cetti's Zanger, Baardmannetje, Bruine Kiekendief en Strandplevier. 

Buiten de broedtijd krijgt de kuststreek van La Hague het bezoek van overwinterende duikers (drie soorten), alkachtigen (voornamelijk Alken), en Zwartkopmeeuwen. Andere soorten ‘s winters zijn Paarse Strandloper, Smelleken, Sneeuwgors en (onregelmatiger) IJsgors.

Historiek van de tellingen

Regelmatige tellingen van 1982 t.e.m. 1985 toonden het belang aan van Cap de La Hague als zeetrektelpost in het najaar maar ook in het voorjaar.  De komende jaren werd de telpost onregelmatig bezocht en voornamelijk tijdens de simultaantelling door de Groupe Ornithologique Normand elk eerste oktoberweekend. Vanaf 2004, op initiatief van enkele plaatstelijke zeetrektellers, wordt er regelmatiger geteld in het najaar maar de waarnemingsdruk bleef beperkt tot minder dan 50 uur van augustus tot september. Vanaf 2008 neemt de telfrequentie toe met maximaal 195 teluren in 2010. In dat jaar wordt ook opnieuw aandacht geschonken aan de voorjaarstrek met 89 uren van midden februari tot midden mei. Tijdens het voorjaar van 2011 werd er 141 uren geteld .  

Ornithologisch belang, kenmerkende soorten

Door de centrale ligging in Het Kanaal, vormt het schiereiland van de Cotentin een natuurlijke barrière voor zee- en kustvogels.  In het voorjaar komen langs de Cap de La Hague een deel van de trekvogels die de Normandisch-Bretoense Golf oversteken en zich concentreren langs de Westkust van de Cotentin. In het najaar komen de trekvogels via de baai van de Seine, ver uit de kust voor de pelagische soorten en dichter bij de kust van de Calvados voor de overige soorten.  De vooruitgeschoven positie van de Cotentin lijkt ook aantrekkelijk voor trekvogels van Britse herkomst (met name zangvogels) die via het schiereiland trekken voor of na de oversteek van Het Kanaal.

De Jan-van-Gent is de talrijkste zeevogel bij de Cap de La Hague. Tienduizenden exemplaren van maart tot augustus komen voornamelijk overeen met verplaatsingen van volwassen broedvogels (7500 broedparen in 2009) uit kolonies op twee eilandjes voor de kust van Alderney. Grote groepen vissende Jan-van-Genten die pijlsnel door het woelige water van de Raz Blanchard schieten vormen een bijzonder fraai spektakel.  Van september tot begin december worden gemiddeld 20 000 Jan-van-Genten geteld afkomstig uit kolonies in Noordwest-Europa.

Ieder jaar worden enkele tientallen Noordse Stormvogels geteld, voornamelijk op voorjaarstrek. Een trekpiek in april-mei in westelijke richting kan overeenkomen met niet-broedvogels die de kolonies aan de oostkust van Het Kanaal verlaten of zwerfbewegingen voor de eileg door volwassen broedvogels uit die kolonies.

De meeste duikers worden in maart-april geteld met enkele honderden Roodkeelduikers, enkele tientallen Parelduikers en 7 à 8 IJsduikers. Op najaarstrek worden slechts enkele tientallen duikers geteld (alle soorten).

Waarnemingen van pijlstormvogels zijn schaars op voorjaarstrek en betreffen hoofdzakelijk Noordse Pijlstormvogels tijdens westerstormen in het Westelijke Kanaal. Er worden gemiddeld 1200 pijlstormvogels opgetekend van augustus tot oktober. De overheersende soort is Vale Pijlstormvogel, goed voor duizend exemplaren tijdens zwerfbewegingen in het najaar. Waarnemingen van Noordse Pijlstormvogel en vooral Grauwe Pijlstormvogel, een meer uitgesproken pelagische soort, hangen in sterke mate af van windkracht en – richting.

De trekbewegingen van ganzen en eenden worden gedomineerd door Rotgans en Zwarte Zee-eend met voor elke soort 2000 à 4000 exemplaren op voorjaarstrek en 1000 op najaarstrek. Grote Zee-eend is schaars op najaarstrek maar regelmatiger op voorjaarstrek (enkele tientallen). Het voorjaarstotaal voor Eider is vermeldenswaard met 300 à 400 doortrekkers, voornamelijk in maart. De westkust van de Cotentin is het voornaamste overwinteringsgebied in Frankrijk. De lage aantallen Bergeenden en grondeleenden op najaarstrek kunnen verklaard worden door een trekroute over land, dwars over het schiereiland van de Cotentin, ter hoogte van de Baie des Veys. Op voorjaarstrek worden iets meer eenden geteld (gemiddeld een honderdtal) met name tijdens de vroege uren, wat overeenkomt met het einde van de nachttrek.

Enkele roofvogels worden zowel op voorjaars- als op najaarstrek gezien: Visarend, Zwarte Wouw, Bruine en Blauwe Kiekendief, Smelleken en Boomvalk. In het najaar werden enkele Velduilen opgetekend.

Enkele honderden steltlopers worden geteld in april-mei en augustus-september. De samenstelling wordt overheerst door Scholekster, Rosse Grutto en Regenwulp.

Jagers worden in sterke mate op najaarstrek gezien met ongeveer 600 exemplaren (met ongeveer de helft Grote Jagers) van augustus tot oktober. In het voorjaar worden slechts een twintigtal jagers geteld in maart-april (vooral Kleine Jagers). Kleinste Jager wordt slechts zeer sporadisch opgemerkt tijdens de najaarstrek.

Meeuwentrek wordt vooral tijdens het najaar opgemerkt met gemiddeld 2000 exemplaren tegenover 500 in het voorjaar. De talrijkste soorten zijn Drieteenmeeuw, Kokmeeuw en Zwartkopmeeuw. Enkele Vorkstaartmeeuwen worden zowel tijdens het voorjaar (eind maart – begin april) als tijdens het najaar (eind augustus – midden November) waargenomen.

Grote stern en Visdief zijn de talrijkste sterns. Eerstgenoemde wordt in dezelfde verhoudingen opgemerkt tijdens de twee trekperiodes (gemiddeld 3000) terwijl Visdief weinig gezien wordt op voorjaarstrek (minder dan 100) maar in het najaar beter scoort (gemiddeld 2500).

Alkachtigen worden in het voorjaar vooral in maart gezien (1000 gemiddeld) en in de herfst van oktober tot begin december (2000 gemiddeld). Alk is veruit de meest getelde soort (90% van de specifiek gedetermineerde alkachtigen).  

Er zijn uitgesproken verschillen tussen het soortenaanbod van zangvogels op voorjaars- en najaarstrek. Spreeuw en Vink zorgen voor het leeuwendeel (80%) van de 25 000 zangvogels op herfsttrek maar zijn weinig talrijk in het voorjaar (minder dan 1%). Het tegendeel doet zich voor bij de drie zwaluwen, Gele kwikstaart en Putter. Deze soorten betreffen 80% van het voorjaarstotaal van de zangvogels (gemiddeld 10 000) maar slechts 7% van het najaarstotaal.  Graspieper en Witte Kwikstaart komen tijdens de twee trekperiodes even talrijk voor.

Reisroute en onthaal bezoekers

Vanaf Beaumont-Hague, zijn er twee wegen naar Auderville :

  • Wie gehaast is of voor liefhebbers van kernenergie is er de D901 langs de opwerkingscentrale van La Hague.
  • Amateurs van kustlandschappen of typische dorpjes kunnen de richting van Omonville-la-Rogue nemen en van daaruit de schitterende kustweg nemen (D45).

Neem in Auderville de richting van Goury en neem net voorbij het dorp naar rechts in de richting van de semafoor.  Rij voorbij de semafoor op de kleine weg die een pad wordt en bereik een grote bunker.  Parkeer daar en zoek beschutting voor de wind. Als de weersomstandigheden het toelaten is het mogelijk om vanop de bunker te tellen.

Er is geen onthaalcentrum voor bezoekers maar de regelmatige tellers ontmoeten elkaar doorgaans in de ochtend tijdens weekends of tijdens schoolvakanties.

Eten en verblijf

Er zijn tal van mogelijkheden om (lekker) te eten en te logeren. Daarnaast zijn er ook heel wat wandelroutes. Contacteer voor nadere informatie het ’Office de Tourisme de La Hague : 02 33 52 74 94

Als verblijf bevelen wij de Sémaphore de Jardeheu aan, die vroeger eigendom was van de marine op 8 km van de Cap de La Hague. Aangekocht en uitgerust als « gîte » door de gemeente van Digulleville, beschikt dit gebouw over een observatiekamer toegankelijk voor de huurders. Van hieruit kan « comfortabel » over zee gekeken worden maar vanaf de telpost kunnen meer vogels gezien worden.

Contact

Gilbert Vimard : mailto:vimardg@gmail.com

Visionature
VisioNature est un outil développé avec la collaboration du réseau LPO. Grâce aux technologies Internet, débutants, amateurs et professionnels naturalistes, peuvent partager en temps réel leur découverte et ainsi améliorer la connaissance et la protection de la faune

Biolovision Sàrl (Switzerland), 2003-2024