Leucate is een bijzonder interessante telpost, die helaas wat in de vergetelheid geraakt is. Dit is dan ook een oproep aan bezoekende vogelaars om deze schitterende telpost te herontdekken. Onderstaande tekst is een vrije vertaling naar La France à tire-d'aile (2005) door Philippe J. Dubois & Elise Rousseau, uitgegeven bij Delachaux et Niestlé en hier overgenomen met de toestemming van de auteurs en de uitgever.
Natuurlijke omgeving van de telpost
Het departement van de Aude ligt op op een van de belangrijkste trekroutes tussen Afrika en West-Europa. De doortrek is hier zowel in het voorjaar als in het najaar belangrijk. De meeste vogels volgen de kuststrook. De trekintensiteit wordt niet enkel bepaald door de topografie, maar vooral door de windkracht en de richting van de wind. De kliffen van Leucate, tussen Narbonne en Perpignan, zijn een uitstekende plaats om voorjaarstrek waar te nemen. Het merendeel van de vogels die hier langstrekken, hebben de oostelijke Pyreneeën overgestoken. De telpost ligt op een kalkplateau dat een 50-tal meter boven zee uittorent, met een afwisseling van wijngaarden, amandelbomen, droge graslanden en garrigue. Dit gebied is bijzonder geschikt voor mediterrane soorten en voor pleisterende nachttrekkers. Het uitzicht over zee en over de kustvlakte is ideaal voor trekwaarnemingen.
Historiek van de telpost en milieuproblematiek
In Leucate werden grondige voorjaarstellingen verricht van 1981 t.e.m. 1989. De telpost wordt sindsdien slechts onregelmatig bezocht. De waarnemingsperiode loopt ongeveer van midden februari tot midden juni met het hoogste aantal soorten tussen 15 april en 15 mei. De meeste roofvogels worden hier in de eerste decade van mei geteld. Er bestaat geen twijfel over dat Leucate ook nu nog de beste trektelpost in Frankrijk is. De stroperij van Wespendieven gaf de aanzet tot de tellingen in Leucate. Deze roofvogel, die in Tropisch Afrika overwintert, voedt zich hoofdzakelijk met vliesvleugeligen (Hymenoptera : bijen, hommels en wespen). In het begin van de meimaand werd hij hier om den vleze bejaagd. Wespendief was zelfs het hoofdingrediënt van een merkwaardig streekgerecht, « la soupe aux buses » (buizerdsoep). Deze « traditie » dateerde uit een tijd van voedselschaarste, toen het manna uit de hemel nog een proteïnerijke aanvulling van het dieet vormde. De trektellingen, een sensibiliseringscampagne en vooral de wilskracht om een halt toe te roepen aan deze onwettelijke praktijken, zorgden ervoor dat de Wespendievenjacht in 1983 voorgoed gesloten werd. Het succes werd bezegeld dankzij een gemeenschappelijke actie met de jachtwachters van de ONCFS (Office national de la chasse et de la faune sauvage).
Verloop van de doortrek en emblematische soorten
Dit is « the place to be » tijdens de voorjaarstrek. Een gedeelte van de roofvogels en ooievaars is te zien vanaf Leucate maar sommige doortrekkers mijden de kust – vooral bij matige noordwestenwind - en volgen dan de uitlopers van de Corbières (voornamelijk over de gemeenten Fitou en Treilles). De plateaus in de omgeving zijn uitstekend voor roofvogeltrek maar ook voor indrukwekkende aantallen pleisterende zangvogels. De zeldzame Theklaleeuwerik broedt hier samen met een aantal typische soorten van het Middellandse Zeegebied. Plantenliefhebbers zullen genieten van de talrijke orchideeënsoorten. De voorjaarstrek – voornamelijk van roofvogels en ooievaars - kan ook waargenomen worden in Gruissan, over de lagunes van Campignol en l’Ayrolle. Een van de bijzonderheden van deze trektelpost is de aanzienlijke soortenrijkdom : roofvogels, ooievaars, zeevogels, meeuwen, watervogels, zangvogel, Bijeneters, gierzwaluwen… noem maar op. De telpost is uitermate geschikt voor zangvogeltrek : ochtenden met enkele tienduizenden zangvogels zijn hier geen uitzondering. Roofvogels krijgen een ereplaats tijdens de voorjaarstrek. Er worden in de beste voorjaren tot 30 000 roofvogels geteld met Wespendief als talrijkste soort. Voor deze soort zijn er enkele verbluffende recorddagen rond 10 mei (6500 exemplaren op 9 mei 1988 en circa 11 000 exemplaren op 7 mei 1991!). Een andere talrijke roofvogel is de Zwarte Wouw. De doortrekperiode van deze soort verloopt van midden maart tot midden april met een maximum van 5000 exemplaren. Omwille van de aantalsontwikkeling van deze soort, zullen recente aantallen wellicht nog hoger liggen. Bruine Kiekendieven trekken vooral door in maart-april met maximaal 1000 exemplaren. De schaarse Roodpootvalk is hier met enige regelmaat te zien (30 exemplaren in 1989). Slangenarend, daarentegen, mijdt de kuststrook en trekt hoofdzakelijk over de oostelijke Corbières met aantallen die in sommige voorjaren tot 800 exemplaren oplopen (voornamelijk rond midden maart). Ooievaars vliegen regelmatig boven de kliffen van Leucate. Tijdens het voorjaar van 1989 werden ruim 500 exemplaren geteld. Ook hier zullen recente aantallen wellicht hoger liggen. Leucate is ook bekend voor de enorme doortrek van zangvogels en andere kleine soorten. Gierzwaluwen scheren in aanzienlijke aantallen over de kliffen (maximum 100 000 getelde exemplaren per voorjaar). Gewone Gierzwaluwen zijn het talrijkst maar ook Alpengierzwaluw is algemeen. Vale Gierzwaluwen worden regelmatig gezien en broeden in de buurt. Bijeneters zijn ook talrijk met een maximum van 6000 exemplaren, vooral tussen midden april en 20 mei. De talrijkste zangvogels zijn zwaluwen en vinkachtigen. Zwaluwen bereiken ongeveer 100 000 exemplaren ieder voorjaar. Boerenzwaluw is het algemeenst (tussen 40 000 en 70 000 exemplaren), gevolgd door Huiszwaluw (10 000 tot 26 000), Oeverzwaluw (500 tot 1250) en Rotszwaluw (400 tot 1000). Roodstuitzwaluw is een regelmatige verschijning in Leucate (tot 80 exemplaren per voorjaar). Dit is wellicht een van de beste plaatsen in Frankrijk om deze fraaie soort waar te nemen op doortrek tussen de Boerenzwaluwen. Vinkachtigen doen niet onder voor de zwaluwen. In het vroege voorjaar is Vink het talrijkst met van jaar tot jaar wisselende aantallen (soms meer dan 100 000 exemplaren). Leucate scoort niet alleen goed voor Europese Kanarie (20 000 à 30 000 exemplaren) maar ook voor Kneu en Putter. Ook de aantallen van Gele Kwikstaart kunnen behoorlijk oplopen (tot 15 000 exemplaren per voorjaar). Roodkeelpieper trekt hier regelmatig door. Als er een sterke zeewind blaast, dan is het beter om over zee te kijken. Voor zeetrek zijn de strekdammen van de havens van Gruissan en Port-la-Nouvelle zeer interessant, naast de kliffen van Leucate. Tijdens het voorjaar (en dan vooral in april) kan zeetrek heel wat verrassingen opleveren : Parelduikers en IJsduikers (in zomerkleed !), Yelkouanpijlstormvogels, Jan-van-Genten, Middelste Zaagbekken, Kleine, Middelste en Grote Jagers, Dwergmeeuwen, Zwartkopmeeuwen en zelfs Drieteenmeeuwen (soms in grote aantallen), Grote Sterns, Visdieven, en soms (in mei) Kleinste Jagers en Stormvogeltjes. In dergelijke omstandigheden loont het ook de moeite om watervogels te bekijken en pleisterende zangvogels te zoeken in de moerasgebieden langs de kust. De garrigue in de omgeving van de telpost is dan weer geschikt voor tal van mediterrane broedvogelsoorten, zoals Kuifkoekoek, Blonde Tapuit, Brilgrasmus en Roodkopklauwier. Zwarte Spreeuwen zitten op de daken van Leucate-Plage. De tuintjes in het dorp en nabij de camping (iets zuidelijker) zijn interessant voor zangvogels (Gekraagde Roodstaart, Bonte Vliegenvanger en soms zelfs Withalsvliegenvanger).
Weersomstandigheden
Na de oversteek van de oostelijke Pyreneeën, krijgen de vogels af te rekenen met een strakke noordwestenwind (hier « tramontane » genoemd). Deze wind stuwt de vogels naar de kust en verplicht hen om lager te vliegen. Aangezien de vogels liever niet over zee vliegen, concentreren zij zich boven de nauwe kustvlakte in het westen begrensd door het massief van de Corbières. De zeewind (oost tot zuidoost) is hier doorgaans minder krachtig en verspreidt de vogels over het binnenland. Vogels vliegen dan ook hoger, waardoor de waarnemingsomstandigheden minder interessant zijn. De tramontane zorgt dus voor de hoogste aantallen vogels op de telpost. Bij krachtige oosten of zuidoostenwind, daarentegen, is zeetrek een aanrader.
Bereikbaarheid
Neem de afrit « Leucate » op de A9 tussen Narbonne en Perpignan. De weg naar de kliffen bevindt zich tussen Leucate-Village en Leucate-Plage (rij dus door Leucate-Village naar Leucate-Plage of vanuit Leucate-Plage naar Leucate-Village). Neem tussen beide een wegje (richting « phare de Leucate ») naar links in de richting Leucate-Village – Leucate-Plage. Boven is het aangewezen om te parkeren bij het eerste coniferenbosje of nabij de vuurtoren. Het beste waarnemingspunt bevindt zich in het uiterste zuiden : wandel langs de vakantiekolonie tot aan een geïsoleerde villa op de rand van de kliffen. Neem daar het pad tussen de villa en de vakantiekolonie (langs de afrastering) tot een hoger gelegen plaats met een uitzicht over de kustvlakte naar het zuiden. Het is ook mogelijk om waar te nemen in de buurt van de vuurtoren maar de waarnemingsomstandigheden zijn hier minder interessant : een deel van de trekvogels is van hieruit niet te zien. Het gebied achter de vuurtoren is een bezoek waard voor broedvogels en pleisterende doortrekkers. Van hieruit is het mogelijk om naar cap Leucate te wandelen (naar het noorden) en te voet af te dalen naar la Franqui (en verder naar les Coussoules, een bijzonder interessante plek voor vogels).
Waar kun je eten en logeren ?
De campings van Leucate-Plage zijn vaak nog niet open rond Pasen. Er zijn hotels in Leucate en omgeving en ook B&Bs » (meer precies in Leucate-Plage).
Contacteer het « office de tourisme » van Port-Leucate (tel. : 04 68 40 91 31) en de website van de gemeente Leucate : http://www.leucate.net/index.asp
Contact
Er is geen onthaal van vogelaars op de telpost van Leucate ; waarnemers komen langs in hun vrije tijd. Plaatselijke vogelaars zijn bereikbaar via de LPO AUDE – Station ornithologique – route de Tournebelle – 11430 Gruissan. Tel. en fax : 04 68 49 12 12, e-mail : mailto:aude@lpo.fr of AUDE NATURE – website http://www.audenature.com– e-mail mailto:audenature@aliceadsl.fr– tel. 04 68 46 27 51.