fr
de
it
en
es
nl
 Bezoeker Anoniem 
Homepage
Databank
 - 
Voorstelling databank
 - 
Overeenkomst
  Waarnemingen
    - 
Jaaroverzicht
  Galerijen
    - 
Alle foto's
  Gebruiksstatistieken
Telposten
Bronnen en links
Mission Migration
Onze partners
Gruissan-Narbonne - Gruissan, Aude (11)
Telpost
Grafieken
Nieuws
Jaarrapporten
Voorstelling van de telposten

Toon:
https://cdnfiles2.biolovision.net/www.migraction.net/pdffiles/news/small/ConilhacvueversGruissan-2063.jpg
https://cdnfiles2.biolovision.net/www.migraction.net/pdffiles/news/small/ConilhacvueversNarbonne-4290.jpg
Alle foto's

Gruissan – Narbonne : Le roc de Conilhac, Narbonne

Natuurlijke omgeving van de telpost 

De najaarstrektelpost van Gruissan/Narbonne (le roc de Conilhac, onder tellers gekend als « le caillou » - de kei) bevindt zich in de kuststrook van de Aude, in vogelvlucht op 5 km van de Middellandse Zee. De observatiepost is een 20 m hoge kalkrots die uitkijkt over de moerassen van Narbonne. In de onmiddellijke omgeving bevinden zich vijvers (Campignol, l'Ayrolle en Bages-Sigean), « sansouires » (moerasvlaktes, ‘s zomers door de droogte gebarsten en wit uitgeslagen van het zout, schaars begroeid met zeekraal en Struikmelde), rijstvelden, zoutsteppes en fokkerijen van vechtstieren. Meerdere kalkmassieven (begroeid met garrigue, droog grasland en dennen) begrenzen de vlakte : het massief van La Clape in het noorden, île Saint-Martin in het oosten en de uitlopers van het massief van Corbières in het westen.

Le roc de Conilhac is ideaal gelegen voor najaarstrek. De doortrekkers volgen hoofdzakelijk de Rhônevallei en kiezen de westelijke route via Spanje. De telpost steekt iets boven de omgeving uit en biedt een panoramisch uitzicht (360°) van de kust tot de vlakte van Narbonne. De noordwestenwind blaast hier vaak vrij krachtig van de Rhônevallei tot de kust van de Languedoc. In die omstandigheden kan de doortrek opvallend zijn. Trekvogels moeten met de wind in de regio rekening houden : met een  overheersende trekrichting van noordoost naar zuidwest worden heel wat vogels naar de kust geblazen. Zij vermijden de zee waardoor de trek zich concentreert in een relatief nauwe doorgang tussen de zee en het massief van Corbières.

Een belangrijk deel van de doortrek gaat over het kalkmassief van La Clape, waar de vogels stijgwinden benutten of schuilen voor sterke wind. De wind verplicht de vogels ook om laag te vliegen. Le roc de Conilhac bevindt zich op een kruispunt van de trekroutes, net ten zuiden van het massief en vogels kunnen er over een breed front opgemerkt worden. Wanneer de wind daarentegen wegvalt of uit het zuidoosten komt, dan krijgen de vogels vrij spel, waarbij ze hoogte winnen, moeilijker waarneembaar worden, of meer landinwaarts vliegen langs de bergflanken.

De wind is een belangrijke factor voor de doortrek op deze telpost. Hierdoor kunnen de jaartotalen aanzienlijke schommelingen vertonen in functie van het aantal teldagen met wind. Sommige jaren worden drie keer zo veel vogels geteld.

Om diverse redenen (topografie, ligging van de bergketens, hoek van de kustlijn van de Golf du Lion, windrichting) vormt de kuststrook van Gruissan en Narbonne een flessenhals voor trekvogels. Tellingen op andere plaatsen in de omgeving hebben systematisch lagere aantallen opgeleverd.

Historiek van de telpost en milieuproblematiek

De telpost van Gruissan/Narbonne is een van de pioniers in Frankrijk, in het voetspoor van het Baskenland (met onder meer Organbidexka). De eerste tellingen dateren van 1983 op initiatief van Jean Sériot en die reeks werd tien jaar volgehouden (tot 1992). LPO, FIR en GRIVE hebben aanvankelijk de coördinatie op zich genomen, met steun van GRIVE vanaf 1986 en ARONDE vanaf 1988. Vervolgens, tot het midden van de jaren 2000, werden geen uitgebreide jaarlijkse tellingen meer georganizeerd. In die periode werd minder regelmatig geteld. In 2007 heeft de LPO Aude opnieuw een volledige telling verricht met een uitbreiding van de telperiode t.e.m. november. Dit werd in 2008 herhaald.

De aantallen tonen aan dat dit een van de 3 of 4 belangrijkste trekroutes voor roofvogels, ooievaars en tal van andere soorten betreft. In dit opzicht laten jaarlijkse tellingen toe om een beter inzicht te krijgen in de populatiedynamike van bepaalde vogelpopulaties op Europees niveau. Een snelle vergelijking tussen de resultaten van de eerste tien jaar (1983-1992) en de meest recente tellingen (2007-2008) spreekt boekdelen !

Ornithologisch belang, emblematische soorten

De gunstige periode voor de waarneming van najaarstrek verloopt van midden juli tot midden november. Tot eind november of begin december is nog duidelijk trek waarneembaar onder invloed van koudegolven in Noord-Europa. In topjaren kunnen 20 000 à 25 000 roofvogels geteld worden en 2 500 à 3 000 ooievaars (voornamelijk Witte Ooievaar). Wat mogelijk uniek is in Frankrijk, zijn de 30 roofvogelsoorten die vanaf de roc de Conilhac waargenomen werden op najaarstrek (tot 25 soorten op een telseizoen, zoals in 2007 en 2008). Dit is ongetwijfeld de beste plek in Frankrijk om Eleonora’s Valk waar te nemen, met 20 tot 30 waarnemingen per seizoen. De soort pleistert regelmatig in de omgeving tot begin september.

Enkele cijfers voor de roofvogels : tot 12 000 Wespendieven, 5 000 Zwarte Wouwen, 5 000 Sperwers, 2000 Buizerds, 1 500 Torenvalken en Bruine Kiekendieven, 350 Boomvalken, …

Het belang van de telpost beperkt zich niet tot roofvogels en ooievaars. Een van de bijzonderheden van de telpost is de grote soortenrijkdom met tot nu toe meer dan 160 soorten trekvogels !

Zangvogels laten zich omwille van de ligging van de telpost minder eenvoudig tellen en zijn geen prioriteit voor de tellers. Enkele cijfers geven toch een idee van de omvang van het fenomeen : tot 300 000 Gierzwaluwen (ook Vale Gierzwaluw wordt regelmatig opgemerkt), van 50 000 tot 100 000 zwaluwen (waaronder ook geregeld Roodstuitzwaluwen), meer dan 50 000 Vinken, enz. ... Bijeneter is ook een specialiteit met 2 à 3 000 exemplaren per seizoen, net als Scharrelaar (een honderdtal vogels in 2007). De telpost is evenwel niet van nationaal belang voor emblematische soorten zoals Houtduif of Kraanvogel.

Er is geen periode bij uitstek voor trekwaarnemingen. Elk seizoen heeft iets te bieden :

  • van midden juli tot midden augustus : hoofdzakelijk gierzwaluwen en Zwarte Wouw
  • van midden augustus tot begin september : Wespendief, Bijeneter …
  • september : periode met de grootste diversiteit, Sperwer, Bruine Kiekendief, zwaluwen, …
  • oktober : Sperwer, valken, vinkachtigen ….
  • november : Buizerd, vinkachtigen ...

Wanneer Gruissan/Narbonne jaarlijks zoveel vogelaars aantrekt, dan is dat in de eerste plaats om trek waar te nemen. Toch biedt het gebied heel wat mogelijkheden met een grote verscheidenheid aan landschappen en de nabijheid van de zee. Wanneer de weersomstandigheden minder gunstig zijn voor de trek, dan is er nog veel te zien. De vochtgebieden zijn interessant voor zangvogels, steltlopers en andere watervogels. De zoutpannen van Gruissan en l’étang de l'Ayrolle zijn bijzonder interessant voor steltlopers, meeuwen en sterns. Ook zeetrek is mogelijk (jagers, pijlstormvogels, alkachtigen, meeuwen, …). In de aangetaste garrigue van de bergen in de omgeving kunnen heel wat mediterrane zangvogelsoorten waargenomen worden. Het is een geschikte bestemming voor een vogelvakantie met een goede kans op Purperkoet, Zwarte Ibis, Witvleugelstern, Audouins Meeuw, Dunbekmeeuw, Blonde Tapuit, Kortteenleeuwerik, Duinpieper, …

Wie niet kijkt op een autorit van 45 minuten kan in het massief van Corbières terecht. Typische soorten zijn onder meer : Steenarend, Havikarend, mediterrane grasmussen, Theklaleeuwerik, Zwarte Spreeuw, Blonde Tapuit, rotslijsters, enz. …

Toegang

Neem vanuit Narbonne de richting van Gruissan (van de snelweg : afrit « Narbonne Est »). Volg vanaf de ingang van Gruissan (eerste rond punt) « Gruissan centre », en vervolgens « Gruissan-Village ». Neem aan het volgende rond punt (na de brug) « Gruissan-Village ». Neem om de dorpskern te vermijden de richting « Salin du midi » (noordelijke ringweg langs vijver van Gruissan), en daarna altijd de richting « salin » (= zoutpanne). Neem naar rechts achter de brug over het verbindingskanaal tussen de vijver en de zee (richting « Narbonne »). 3 km verder, na een ezelsbrug bevindt zich het « Station ornithologique » van de LPO Aude (net voor de brug over een kanaal). Er is parkeergelegenheid aan de linkerkant aan de overzijde van de brug. De trektelpost bevindt zich op de heuvel net ten noorden.

Een routeplan bevindt zich op de website van LPO Aude :

http://aude.lpo.fr/Plan_Station_Ornithologique_de_Gruissan.html

Waar eten en overnachten ?

De telpost bevindt zich op de grens tussen de gemeenten Gruissan en Narbonne. Aangezien deze gemeenten in aanzienlijke mate van toerisme afhankelijk zijn, zijn er heel wat logeermogelijkheden en restaurants in een straal van enkele kilometers. LPO Aude biedt de mogelijkheid om gratis te logeren aan vrijwilligers die actief aan de tellingen wensen deel te nemen (onder bepaalde voorwaarden, contacteer ons voor meer details).

Contact

LPO Aude

Ecluse de Mandirac, 11100 NARBONNE

Tel.: 04.68.49.12.12. / Email: aude@lpo.fr

Website: http://aude.lpo.fr/Accueil.html

Internetpagina over trek:http://aude.lpo.fr/Migration.html

De resultaten van de tellingen zijn eveneens beschikbaar op :

http://www.trektellen.nl/kaart.asp?telpost=267&site=0&land=3&taal=3

 

Visionature
VisioNature est un outil développé avec la collaboration du réseau LPO. Grâce aux technologies Internet, débutants, amateurs et professionnels naturalistes, peuvent partager en temps réel leur découverte et ainsi améliorer la connaissance et la protection de la faune

Biolovision Sàrl (Switzerland), 2003-2024